Zoektocht naar buitenaards leven wordt iets complexer: Superaardes kunnen niet ontstaan bij oudste sterren

Een recente ontdekking door sterrenkundigen werpt nieuw licht op de vorming van planeten buiten ons zonnestelsel. 

Uit een Amerikaanse studie, die gepubliceerd werd in het vakblad The Astronomical Journal, blijkt dat zogenoemde ‘superaardes’ — planeten die groter zijn dan de aarde, maar kleiner dan ijsreuzen zoals Neptunus — veel moeilijker ontstaan rond oude sterren dan voorheen gedacht. Het onderzoek keek naar de relatie tussen de hoeveelheid zware elementen in sterren (hun metalliciteit) en de aanwezigheid van superaardes.

Wat is metalliciteit?
De metalliciteit van sterren neemt toe naarmate nieuwe generaties sterren worden gevormd. Dit komt doordat de allereerste sterren voornamelijk uit waterstof en helium bestonden, de lichtste elementen die kort na de oerknal ontstonden. Deze eerste sterren creëerden in hun kernen zwaardere elementen, zoals koolstof en ijzer, via kernfusie. Wanneer deze sterren aan het einde van hun leven explodeerden in supernova’s, werden die zware elementen verspreid in de ruimte. Het gas dat overbleef vormde nieuwe sterren, die daardoor meer metalen bevatten dan hun voorgangers. Zo neemt de metalliciteit in het heelal geleidelijk toe met elke nieuwe generatie sterren. Met andere woorden: hoe ouder een ster, hoe lager de metalliciteit. 

Lees verder op: Scientias

37
Deel dit artikel